"De vertaler (...) schrijft andermans werk. Dat mag misschien niet creatief heten, het stelt hem wel de merkwaardige eis dat hij moet weten wat de schrijver weet.
Hij moet vertrouwd zijn met het land van de schrijver en, uiteraard, met de taal daarvan. Maar ook met de regio of de stad van de schrijver en de taalkundige eigenaardigheden dáárvan. Met de tijd van de schrijver, de geschiedenis van diens land, de literatuur daarvan en de speciale literaire traditie waarin hij eventueel zijn plaats heeft. Met andere talen, literaturen, kunsten, kortom: met ‘alles’ waaraan de schrijver, direct of indirect, refereert. De vertaler moet weten wat de schrijver gelezen heeft, moet op de hoogte zijn van diens literaire invloeden en voorkeuren, en eigenlijk van zijn hele leven. Hij moet weten wat er óver de schrijver geschreven is. En dat alles bij iedere andere schrijver opnieuw.”
Translated (by Google Translate):
"The translator (...) writes other people's work. That may not be called creative, but it does make him a curious requirement to know what the writer knows.
He must be familiar with the author's country and, of course, with its language. But also with the region or city of the writer and its linguistic idiosyncrasies. With the writer's time, the history of his country, its literature and the special literary tradition in which he may have his place. With other languages, literatures, arts, in short: with 'everything' to which the writer refers, directly or indirectly. The translator must know what the writer has read, must be aware of his literary influences and preferences, and in fact his whole life. He must know what has been written about the writer. And all that with every other writer again."
P.S. Painting is from Carel Willink, 'Landscape with overturned statue' (1942).
No comments:
Post a Comment